De Kansspelautoriteit heeft een vertraging van zes maanden opgelopen in het proces naar legalisering van kansspelen voor de Nederlandse markt. De nieuwe wet Kansspelen op Afstand zou 1 januari 2021 in moeten gaan, maar dit blijkt niet haalbaar.
Sander Dekker, minister van Justitie, informeerde het parlement over de vertraging van zes maanden van het wetsvoorstel Kansspelen op afstand (KOA), welke effectief had moeten worden op 1 januari 2020. Op de website Casinotoezicht.nl lezen we onder andere het volgende: “Zodra de wet KOA effectief wordt, kunnen online casino’s een licentie aanvragen. Het plan is dat de online markt voor kansspelen zes maanden later geopend kan worden. Alle voorwaarden die eerder al zijn opgesteld, zullen gewoon van kracht krijgen en daar zullen deze partijen dus nog altijd aan moeten voldoen. Deze maatregelen zijn vooral gericht op bescherming van Nederlandse spelers en verslavingspreventie.”
Vertraging Wet KOA door secundaire voorwaarden
De KSA zegt dat de vertraging komt door een analyse van de secundaire voorwaarden voor vergunningen welke in juli vrijgegeven werden. Dit moet afgerond worden voordat het wetsvoorstel officieel goedgekeurd kan worden. Minister Dekker benadrukte ook dat de secundaire regulaties verder geanalyseerd moeten worden. Hierbij moet vooral gekeken worden naar de criteria voor het blokkeren van IP-adressen en leeftijdsverificatie is ook een belangrijk criterium. De vervagende grenzen tussen online gaming en online gambling zijn al vaker onderwerp van discussie geweest omdat jongeren hier een verhoogd risico lopen. De minister gaf aan dat de KOA moet specificeren hoe het websites zonder vergunning denkt te gaan bestrijden. Dit zal natuurlijk een moeilijk verhaal gaan worden.
Er is steun voor strengere controles op leeftijdsverificatie en het uitvoeren van registratiecontroles op alle bestaande vergunninghouders. Daarnaast is er het voorstel om alle systemen dezelfde standaard te laten volgen als staatsbedrijf de Nederlandse Loterij. Verder in details tredend betreffende de bescherming van consumenten, werd aangegeven dat Nederlandse wetgevers de juiste beslissing maakten door geen algemeen verbod te leggen op reclames. Dit is wel iets waar eerder door een aantal ministers om werd gevraagd. Wel zullen ook deze reclames aan een aantal strenge regels moeten voldoen en mag er niet geadverteerd worden richting minderjarigen.
Minister Dekker raadde ook aan dat de KSA en haar bijbehorende mediapartners toezicht blijven houden op de Nederlandse vergunninghouders direct vanaf het moment dat de nieuwe wet van kracht wordt.
