Gokken is voor veel mensen een leuke vrijetijdsbesteding. Maar hoe staat het eigenlijk met het aantal Nederlanders dat wel eens een gokje waagt? Hoeveel mensen komen er wel eens in een casino en hoeveel geld geven we uit aan loterijen? Zijn er, ondanks het feit dat er nog geen nieuwe wet op de kansspelen is die online gokken toestaat, mensen die toch ook online een gokje wagen?

De Nederlandse kansspelmarkt is onder te verdelen in een aantal categorieën. Er is een grote open markt voor goededoelenloterijen. De voorwaarde voor dergelijke loterijen is dat minstens 50 procent van de opbrengst wordt besteed aan een goed doel. Vergunninghouders zijn de Postcode Loterij, de VriendenLoterij, de Samenwerkende Non-profit Loterijen (Jantje Beton, de Grote Clubactie, de Zonnebloem en Scouting Nederland Fonds), Lottovate en Fair Share. De laatste twee vergunninghouders zijn nog niet met loterijen op de markt.

Er is ook een open markt voor speelautomaten. Eind 2017 waren er in Nederland 686 exploitatievergunningen voor in totaal 34.031 speelautomaten, blijkt uit het Jaarverslag 2017 van de Nederlandse Kansspelautoriteit. Deze speelautomaten of fruitmachines staan opgesteld in 276 speelhallen en 8.603 horecagelegenheden.

Verder kent Nederland een monopoliestelsel voor de Staatsloterij, sportprijsvragen, lotto’s en krasloten. En op dit moment mag alleen Holland Casino (veertien vestigingen in het land) casinospellen als roulette, black jack en poker aanbieden op de Nederlandse markt.

Omvang markt

Het totaal behaalde bruto spelresultaat (omzet min uitgekeerde prijzen) bedroeg in 2016 2,47 miljard euro, blijkt uit de in 2017 verschenen Marktscan landgebonden kansspelen 2016. De markt voor loterijen is de grootste sector met een marktaandeel van 46 procent. De automatensector (casino-automaten, speelhallen en horeca-automaten) volgt met 42 procent. Casinospelen hebben een aandeel van 10 procent. De kleinste sector wordt gevormd door weddenschappen op sportwedstrijden. Overigens groeide deze sector in 2016 met 34 procent ten opzichte van 2015. Deze stijging is bijna volledig toe te schrijven aan de Toto.

De toegevoegde waarde van de bedrijfstak loterijen en kansspelen bedroeg bijna 1,4 miljard euro in 2018. Dat is 9 procent meer dan in 2015. De gokbranche groeide daarmee iets sneller dan de economie (7,7 procent). Het aandeel van de gokbedrijven in de Nederlandse economie is niet meer dan circa 0,2 procent. Vanaf 2015 trok de werkgelegenheid in deze bedrijfstak weer aan. Dit meldt het CBS naar aanleiding van vragen uit de media.

Online kansspelen

Online kansspelen zijn in Nederland officieel nog altijd verboden. De nieuwe wet is inmiddels wel in de maak en de verwachting is dat deze in 2021 in werking zal gaan treden. Nederland is hiermee een van de laatste landen die online kansspelen bij wet reguleert. Ook waren er lange tijd plannen om Holland Casino te privatiseren en de markt voor casinospellen gedeeltelijk open te stellen, maar het is onzeker of dit wordt doorgezet.

Volgens de meest recente cijfers van Intraval (2016) heeft 88% van de Nederlandse bevolking van 16 jaar of ouder ooit in hun leven gegokt, waarvan 62,1% in het afgelopen jaar.2 Twaalf procent van de Nederlanders heeft nog nooit deelgenomen aan een kansspel. Als we kijken naar het soort kansspel zien we dat loterijen met afstand het populairst zijn: 54,4% van de ondervraagden heeft dit in het afgelopen jaar gespeeld. Gevolgd door krasloten (9,5%), speelautomaten (6,2%), bingo (5,6%) en casinospelen (5,5%). Andere kansspelen (1,6%) en wedden op paardenraces (0,5%) zijn het minst populair onder de Nederlanders.

Naar schatting gokken zo’n 500.000 mensen wel eens illegaal online (zo’n 3.5%). Online spelers spelen vooral short-odds-kansspelen. Dit zijn spellen waarbij het direct bekend is of iemand gewonnen of verloren heeft. Uit onderzoek is bekend dat deze short odds kansspelen extra verslavings-potentieel hebben. Overigens denken wij dat de schatting van 500.000 mensen aan de lage kant is.

Jongeren en gokken

Uit het onderzoek Jeugd En Riskant Gedrag (2015) komt naar voren dat van de 12- t/m 16-jarige scholieren in het voortgezet onderwijs een kwart (25%) in het afgelopen halfjaar een online kansspel heeft gespeeld, al dan niet voor geld. Online poker werd het vaakst gespeeld (11,3%), op de voet gevolgd door online bingo (11,2%) en daarna door een online sportweddenschap (9%). Jongens spelen twee keer zo vaak (32%) een online kansspel dan meisjes (16%). Online gokken voor geld is in het afgelopen half jaar gedaan door vijf procent van de scholieren in het voortgezet onderwijs. Online sportwedstrijden werden het vaakst gespeeld voor geld (3%), op afstand gevolgd door online poker (1%).4

Probleemspelers en verslavingskans

Het overgrote deel van legale gokkers (60,8%) speelt recreatief en ervaart hierdoor weinig tot geen problemen. Dit zijn 8,4 miljoen spelers. Maar bij een klein gedeelte loopt het gokken uit de hand en ontwikkelt dit zich tot een verslaving, waarbij spelers de controle over zijn eigen gokgedrag verliezen. Dit zijn met name spelers die op fruitautomaten of op slots in online casino’s spelen. Het precieze aantal probleemspelers in Nederland is niet bekend. Naar schatting zijn er ca 95.700 risicospelers (0,7%) en 79.000 probleemspelers (0,6%). De overige 37,9% behoort tot de groep niet-recente spelers: zij hebben de afgelopen 12 maanden niet gegokt. Van alle Nederlanders neemt 4% deel aan illegale kansspelen.

Sommige mensen vertonen risicovol gokgedrag. Het gokken is niet altijd meer onder controle. Er is een verhoogde kans op het ontwikkelen van problematisch gokgedrag en het ontstaan van problemen. Deze groep noemen we risicospelers. Bij een klein gedeelte van de mensen loopt het gokken uit de hand en ontwikkelt het gokken zich in een verslaving, waarbij de gokker de controle over zijn eigen gokgedrag verliest: probleemspelers. Gokproblemen of een gokverslaving gaan meestal gepaard met financiële problemen. Dit kan leiden tot verwaarlozing van partner/familie, verlies van werk, schulden en stemmingsveranderingen (prikkelbaar, rusteloos, of teruggetrokken)

Gokken wordt steeds populairder

Dat gokken populairder is geworden, blijkt uit de groei van de consumptie met bijna 12 procent tot 2,5 miljard euro in de periode 2015–2018. Consumptie bestaat uit gokinzet minus gewonnen prijzen. De afgelopen jaren gaat steeds meer geld om in de branche loterijen en kansspelen. De productiewaarde steeg in de periode 2015–2018 met ruim 11 procent tot iets meer dan 2 miljard euro. Productiewaarde betekent in de gokbranche hetzelfde als spelopbrengst. Die resulteert uit omzet, minus uitgekeerde prijzen en kansspelbelasting. Het bedrag dat resteert is in feite wat het casino of de eigenaar van de speelautomaat eraan verdient.

De groei van de gokbranche is deels af te leiden uit de toename van de ontvangst van kansspelbelasting door de overheid. Deze belasting die door casino’s en de winnaars van prijzen in loterijen wordt betaald, was in 2018 ruim zeven keer zo groot als in 1995. Daarbij spelen twee fiscale wijzigingen. Ten eerste is het algemene tarief voor bruto uitgekeerde prijzen op 1 januari 2006 verhoogd van 25 procent naar 29 procent. Op 1 januari 2018 is het tarief verhoogd tot 30,1 procent. Ten tweede valt met ingang van juli 2008 ook de bruto-spelopbrengst (omzet minus uitgekeerde prijzen) van gokautomaten onder de kansspelbelasting.